Cannabis in de VS
Nixon gaf toe dat cannabis “niet bijzonder gevaarlijk is” in een onlangs openbaar gemaakte opname
In recent openbaar gemaakte geluidsopnames uit maart 1973, onthuld door de New York Times, gaf voormalig president Richard Nixon privé toe dat cannabis “niet bijzonder gevaarlijk” was, een schril contrast met zijn publieke positie als initiator van de oorlog tegen drugs.
Nixons verrassende bekentenis
Tijdens een White House bijeenkomst in 1973, uitte Nixon zijn gebrek aan kennis over cannabis, terwijl hij erkende dat het “niet bijzonder gevaarlijk” was. Hij merkte ook op dat veel jongeren voorstander waren van legalisering. Hij wilde dit gevoel echter niet publiekelijk onderschrijven met de woorden: “Het is niet het juiste signaal op dit moment”.
Deze bekentenis is veelzeggend voor de rol die Nixon speelde bij het lanceren van de oorlog tegen drugs in 1971, waarbij hij drugsverslaving “publieke vijand nummer één” noemde.
Ondanks zijn ferme publieke standpunt, blijkt uit zijn privégesprekken dat hij vraagtekens zette bij de extreme straffen die werden uitgedeeld voor cannabisovertredingen. Nixon uitte bijvoorbeeld zijn ongeloof over een straf van 30 jaar die hij had vernomen, hij noemde het “belachelijk” en zei dat straffen “in verhouding moeten staan tot de misdaad”.
Ondanks zijn twijfels over de zwaarte van de straffen, speelde Nixon een belangrijke rol in het vormgeven van de benadering van cannabis door de federale overheid. Zijn regering classificeerde cannabis in de Schedule I van de Controlled Substances Act, naast drugs als heroïne en LSD, wat normaal gesproken duidt op een grote kans op misbruik en geen erkende medische waarde.
Deze classificatie legde de basis voor massale opsluiting, die zwarte Amerikanen onevenredig hard treft, die volgens de American Civil Liberties Union (ACLU) 3,6 keer meer kans hebben om gearresteerd te worden voor cannabisbezit dan hun blanke tegenhangers.
Nixons beslissing verstikte ook het cannabisonderzoek. Decennialang werden wetenschappers geconfronteerd met aanzienlijke obstakels bij het bestuderen van de effecten, wat de medische vooruitgang heeft beperkt. Deze langetermijngevolgen benadrukken de discrepantie tussen Nixons privéovertuigingen en het beleid dat hij implementeerde.
Het rapport van de Shafer Commissie
Dat Nixon privé toegaf dat cannabis niet bijzonder gevaarlijk was, staat in schril contrast met de acties van zijn regering.
In 1972 verwierp Nixon de aanbevelingen van de Shafer Commissie, een federaal panel dat hij had aangesteld om cannabiswetten te evalueren. De conclusies van de commissie waren duidelijk: hoewel cannabisgebruik bepaalde gezondheidsrisico’s met zich meebracht, was criminalisering zowel buitensporig als onnodig.
Het rapport van de commissie stelt dat het persoonlijk bezit en incidentele distributie van kleine hoeveelheden cannabis niet strafbaar zouden moeten zijn. Het rapport benadrukt ook de noodzaak van een significante verandering in de houding van de maatschappij ten opzichte van drugsgebruik en suggereert dat de harde toepassing van het strafrecht geen gepast antwoord is op cannabisgebruik.
Ondanks deze uitgebreide analyse negeerde Nixon de bevindingen van de commissie en bleef hij pleiten voor een strenge drugwetgeving. Het rapport van de Shafer Commissie wordt nu gezien als een gemiste kans voor cannabishervorming, vooral omdat de bevindingen overeenkomen met moderne argumenten voor depenalisering en legalisering van cannabis.
Politieke motieven achter criminalisering
Een bijzonder controversieel aspect van het drugsbeleid van Nixon is de politieke motivatie.
In een interview uit 1994 onthulde John Ehrlichman, Nixon’s adviseur voor binnenlands beleid, dat de agressieve anti-drugs houding van de regering deels was om politieke tegenstanders te verzwakken. Ehrlichman gaf toe dat het criminaliseren van drugs, vooral cannabis en heroïne, de regering in staat stelde om zich te richten op anti-oorlog links en zwarte gemeenschappen.
Door hippies te associëren met marihuana en zwarten met heroïne, probeerde de regering Nixon deze groepen te ontwrichten door hun leiders te arresteren, hun huizen te doorzoeken en ze negatief af te schilderen in de media, het verbod een instrument te maken om de bevolking te controleren voordat het een instrument was om de bevolking te beschermen.
“Wisten we dat we zouden liegen over drugs? Natuurlijk wisten we dat,” zei Ehrlichman in het interview, waarmee hij het cynisme onthulde dat aan de oorlog tegen drugs ten grondslag ligt.