Cannabis in Oostenrijk
Oostenrijk heft tabaksaccijns op CBD-bloemen
Het Verwaltungsgerichtshof (VwGH), de administratieve rechtbank van Oostenrijk, heeft onlangs bepaald dat gedroogde hennepbloemen met maximaal 0,3% THC onderworpen moeten worden aan tabaksbelasting.
Dit besluit, gebaseerd op de consumptie ervan door roken, zal waarschijnlijk verstrekkende gevolgen hebben voor de CBD industrie in Oostenrijk. Naast de belastingheffing bepaalt het besluit dat deze producten alleen mogen worden verkocht door tabakswinkels met een vergunning volgens de Tabaksmonopoliewet.
Rechtsgrondslag en rechtszaak
De zaak, gemeld door CannabisIndustrie.nl, begon met een importeur die de tabaksaccijns aanvocht die was opgelegd door de Oostenrijkse douaneautoriteiten. De importeur voerde aan dat zijn hennepbloemen geen tabaksproducten waren. De Federale Financiële Rechtbank (BFG) verwierp echter het beroep en bevestigde dat de producten voldeden aan de definitie van rookproducten en daarom moesten worden belast volgens de Tabaksbelastingwet (TabStG).
De administratieve rechtbank versterkte dit standpunt verder door erop te wijzen dat bloemen kunnen worden gebruikt om te roken zonder aanvullende industriële verwerking, een mening die volgens de rechtbank in overeenstemming is met de Europese wetgeving (Richtlijn 2011/64/EU), die de belastingheffing op dergelijke producten niet uitsluit.
Ondanks bezwaren van belanghebbenden uit de industrie, verwierp deadministratieve rechter de claim van de appellant dat TabStG in strijd is met de EU-wetgeving, met verwijzing naar de verenigbaarheid ervan met de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJEU).
Daarnaast weigerde het Constitutioneel Hof een beroep te behandelen tegen de bepaling van de TabStG die andere stoffen dan tabak binnen haar werkingssfeer heeft. In het licht van deze beslissingen lijken de juridische mogelijkheden om de uitspraak te vernietigen in Oostenrijk beperkt.
Als gevolg van deze uitspraak, moeten rookbare CBD-bloemen nu uitsluitend worden verkocht in tabakswinkels, wat een aanzienlijke impact zal hebben op de distributiekanalen van CBD-winkels en online retailers die deze producten voorheen aanboden. De nieuwe classificatie betekent ook dat leveranciers hun commerciële strategieën moeten aanpassen om te blijven voldoen aan de Oostenrijkse wetgeving.
Naast de beperkingen voor detailhandelaren wordt verwacht dat de 34% tabaksaccijns die op deze producten wordt geheven de prijzen zal opdrijven en ze minder toegankelijk zal maken voor consumenten. Dit kan leiden tot een daling van de vraag en de uitbreiding van de Oostenrijkse markt beperken.
Het besluit roept ook vragen op over mogelijke soortgelijke besluiten in andere Europese landen. In België bijvoorbeeld zijn er al tabaksaccijnzen geheven op vergelijkbare producten, wat de Belgische CBD-industrie ondermijnt.