Cannabis en rijden
THC aan het stuur: CBD-bloemen consument definitief vrijgesproken
Op 26 maart 2024 deed het Cour d’appel de Rennes een uitspraak die een mijlpaal zou kunnen zijn voor bestuurders die CBD gebruiken. De zaak betrof een winkelier uit Pont-l’Abbé, Bretagne, wiens rijbewijs was geschorst omdat hij onder invloed van drugs zou hebben gereden na het consumeren van CBD bloemen.
De rechtszaak en beslissing
Veroordeeld in eerste aanleg, heeft het Hof van Beroep van Rennes de verdachte daarentegen definitief vrijgesproken, zonder dat de openbare aanklager in beroep is gegaan bij het Hof van Cassatie. De beslissing van het Hof van Beroep is dus definitief. Volgens Arnaud Bernard (Avocatlantic), advocaat van de beklaagde, is deze beslissing ongekend en highly anticipated by CBD professionals. De rechtbank benadrukte dat het strafbare feit van rijden onder invloed van verdovende middelen een element van opzet vereist, dat in dit geval niet was vastgesteld.
Volgens Paul Maclean, voorzitter van de Union Des Professionnels Du CBD (UPCBD), “kan de definitieve beslissing een precedent scheppen. De vorige uitspraak van Cassation had geoordeeld over het materiële element: de aanwezigheid van THC in het bloed was voldoende om te spreken van rijden onder invloed van drugs. Het Hof van Beroep van Rennes daarentegen, beperkte zich tot intentionaliteit”.
De verdediging van de verdachte baseerde zich op bewijs dat hij CBD gebaseerde producten had gebruikt en geen stoffen die geclassificeerd zijn als verdovende middelen. Ondanks de aanvankelijke bezorgdheid van de autoriteiten vanwege een positieve speekseltest op cannabinoïden, bevestigden latere bloedtests alleen de aanwezigheid van inactieve cannabismetabolieten. Belangrijk is dat de beklaagde CBD aankoopfacturen en getuigenissen kon overleggen van de winkel waar hij het product regelmatig kocht om zijn claim te ondersteunen.
Implicaties voor CBD-consumenten
Deze beslissing heeft bredere implicaties voor CBD gebruikers en hun interacties met het rechtssysteem. Ten eerste bevestigt het het belang van het aantonen van duidelijk bewijs van CBD gebruik, in het bijzonder in scenario’s met drugstesten bij wegcontroles. De beslissing van het Hof benadrukt ook de noodzaak voor individuen om onmiddellijk bloedtesten aan te vragen om CBD gebruik aan te tonen in gevallen van vermoedelijk rijden onder invloed van drugs.
De beslissing van het Cour d’appel de Rennes is in lijn met een beter begrip van het feit dat CBD verschilt van narcotica en geen psychotrope effecten heeft. Door de nadruk te leggen op het gebrek aan opzettelijkheid in de handelingen van de verdachte, heeft de rechtbank de wettelijke status van CBD gebruik in relatie tot verkeersovertredingen verduidelijkt.
Wettelijke precedenten en toekomstige overwegingen
Deze vrijspraak wijkt af van eerdere juridische interpretaties, in het bijzonder met betrekking tot CBD gebruik en verkeersovertredingen. Het feit dat de beslissing is gebaseerd op duidelijk bewijs en de afwezigheid van een opzettelijk element, zet bestaande beslissingen over CBD en de juridische implicaties ervan op losse schroeven, waaronder een spraakmakende beslissing van het Cour de Cassation in juni 2023. Volgens dit arrest was de aanwezigheid van THC in een legaal product materieel voldoende om te spreken van rijden onder invloed van drugs.
Het is belangrijk op te merken dat tegen de nieuwe beslissing geen beroep is aangetekend bij het Hof van Cassatie, waardoor het een definitieve uitspraak is in deze zaak. De impact kan variëren afhankelijk van individuele omstandigheden, waaronder THC-niveaus in tests, de timing van bloedtests na het stoppen en de beschikbaarheid van aankoopgegevens van CBD.
Omdat CBD en zijn producten blijven groeien in populariteit, hebben verenigingen die de industrie vertegenwoordigen er lang op aangedrongen dat het wettelijke kader voor CBD zich ontwikkelt, vooral tijdens het autorijden, waarbij een evenwicht wordt gevonden tussen consumentenrechten en overwegingen van volksgezondheid en veiligheid.