De Italiaanse regering beroept zich op haar noodbevoegdheden om hennepbloemen onmiddellijk te verbieden

De Italiaanse regering lijkt de laatste nagel aan de doodskist van lichte cannabis in Italië te hebben geslagen door een algemeen verbod in te stellen dat een sector die naar schatting €2 miljard waard is en meer dan 22.000 werknemers treft, kan wegvagen.

Na maanden van onzekerheid werd de beslissing om industriële hennepbloemen te verbieden – ongeacht hun THC-gehalte – versneld door een wetsdecreet, waardoor parlementaire controle werd vermeden en de wet sneller in het hele land kon worden toegepast.

Hoewel juridische en politieke wegen open blijven op zowel nationaal als EU-niveau, is de onmiddellijke realiteit grimmig: duizenden eigenaren van hennepbedrijven worden nu beschouwd als criminelen onder de Italiaanse wet.

“Met deze regel reguleert de overheid niet alleen een sector: ze vernietigt een economische realiteit, vaagt investeringen weg die een toekomst hebben opgebouwd en veroorzaakt het potentiële faillissement van meer dan 3.000 bedrijven, met als gevolg het verlies van 30.000 banen”, aldus de Italiaanse hennepvereniging Canapa Sativa Italia.

Wat is er gebeurd?
Op 31 juli 2024 keurden de gezamenlijke commissies Constitutionele Zaken en Justitie van Italië een amendement goed op de veiligheidswet – artikel 18 – dat alle vormen van cannabisbloemen, inclusief industriële hennep met een lage THC, herclassificeert als verdovende middelen.

PUBLICITE

Dit controversiële amendement criminaliseert de teelt, verkoop, verwerking en export van hennepbloemen, -bladeren en -derivaten, waardoor ze op gelijke voet komen te staan met cannabis met een hoge THC, ondanks hun legale status in de EU.

Hoewel het wetsvoorstel op intern verzet stuitte, zelfs binnen de regerende coalitie van premier Giorgia Meloni, werd het eind vorige week abrupt opnieuw ingediend. De regering presenteerde het als een decreto-legge (wetsdecreet), een grondwettelijk mechanisme dat gereserveerd is voor dringende zaken. Door deze aanpak kon de wet elk verder parlementair debat vermijden en onmiddellijk van kracht worden.

Het decreet is voorlopig tijdelijk. Het parlement heeft 60 dagen om het formeel om te zetten in wet. In de tussentijd heeft President Sergio Mattarella de macht om het te ondertekenen of terug te sturen voor herziening.

Reactie van de industrie en juridisch antwoord

De Italiaanse hennepindustrie heeft verontwaardigd gereageerd, juridische teams gemobiliseerd, rechtszaken voorbereid en openbare demonstraties georganiseerd.

Giacomo Bulleri en Carlo Alberto Zaina, advocaten die Federcanapa vertegenwoordigen, beweren dat artikel 18 speciaal is ontworpen om de markt voor hennepbloemen te sluiten, ongeacht het THC-gehalte – een aanpak die volgens hen in strijd is met zowel de Italiaanse grondwet als internationale verdragen.

“Dit decreet criminaliseert een hele agro-industriële sector zonder wetenschappelijke rechtvaardiging, zonder juridische duidelijkheid en zonder overgangsperiode”, schrijven ze. “Het schendt de principes van rechtszekerheid, eerlijk ondernemerschap en Europees recht.”

Hun analyse wijst erop dat de vaagheid van de wet in strijd is met artikel 25, lid 2 van de Italiaanse grondwet, dat juridische duidelijkheid vereist, en geen rekening houdt met niet-psychotrope cannabinoïden zoals CBD, CBG en CBN, verbindingen die op grote schaal in de Europese Unie op de markt worden gebracht.

Juridische stappen op nationaal en Europees niveau worden nu onvermijdelijk geacht.

In een verklaring die in het weekend werd uitgegeven, zei Imprenditori Canapa Italia (ICI), een andere Italiaanse vereniging rond industriële hennep: “We worden geconfronteerd met een daad van ongekende ernst, die een zwarte bladzijde markeert voor de rechtsstaat, de vrijheid van ondernemen en de grondwettelijke garanties.

“Met één pennenstreek heeft de regering besloten om duizenden eerlijke ondernemers in criminelen te veranderen, die alleen schuldig zijn aan het uitoefenen van een legaal beroep, het regelmatig betalen van belastingen en het creëren van banen.”

“Deze regel heeft niets te maken met nationale veiligheid. Het is een ideologische, bestraffende en onverantwoordelijke keuze die Italië blootstelt aan internationale spot, het principe van eerlijke concurrentie ondermijnt, Europese wetgeving schendt en de weg vrijmaakt voor rechtszaken van miljoenen dollars en waarschijnlijke inbreukprocedures.